Minister
David Lin van Buitenlandse Zaken kwalificeert de reactie van de Filippijnse
regering op het doodschieten van de Taiwanese visser Hong Shi-cheng door de
Filippijnse kustwacht als ?niet positief genoeg, niet voldoende, en niet
concreet.?  De regering van Taiwan eist
van de Filippijnse regering een formeel excuus, een passende schadevergoeding
aan het gezin van het slachtoffer, berechting van de verantwoordelijken voor de
beschieting, en het starten van gesprekken voor het sluiten van een visserijovereenkomst
om herhaling van soortgelijke incidenten in de toekomst te voorkomen.


 


Het disproportioneel
en onnodig gebruik van geweld van vorige week tegen een Taiwanese
vissersboot  in de elkaar overlappende
exclusieve economische zones van beide landen, noemt minister Lin  ?een schending van het internationaal recht en
het VN Zeeverdrag (UNCLOS 1982), die niet kan worden getolereerd door de
internationale gemeenschap.?


 


De
verklaring van de Filippijnse presidentiele woordvoerder Edwin Lacierda, dat
het incident plaatsvond tijdens een operatie ter handhaving van de visserijwet
in Filippijnse wateren, is voor Taiwan onacceptabel. Feitelijk, gebeurde dit in
de elkaar overlappende exclusieve economische zones en niet in de Filippijnse
zone. Daarnaast schrijft het VN Zeeverdrag en de jurisprudentie van het VN
Tribunaal voor het Zeeverdrag precies voor, welke procedure en handelingen
staten mogen volgen bij het handhaven van de wet in deze zones.  Lid 1 van artikel 73 van het verdrag bepaalt
dat deze beperkt is tot het aan boord gaan, het inspecteren, arresteren,
en  justitieel vervolgen. 


Lid 3 van
hetzelfde bepaalt dat kuststaten geen lijfstraffen mogen toepassen, waarbij het
doden de meest extreme vorm is. Onder alle omstandigheden is schieten en doden
verboden.


 


De
Filippijnse kustwacht opende in dit geval met automatische wapens het vuur op
een ongewapende Taiwanese vissersboot dat niet aan het provoceren was, waardoor
de visser door een onaanvaardbare daad van geweld werd gedood. De aanval en het
doden van de visser voldoet niet aan het principe van proportionaliteit. Het
Filippijnse schip verliet zelfs de plek zonder enige hulp aan te bieden, wat een
duidelijke schending is van internationaal recht en van humanitaire beginselen.


 


Inspectie
van de Taiwanese vissersboot Guang Da Xing No.28 toont 59 kogelgaten. Dit vormt
overtuigend bewijs, dat de Filippijnse kustwacht de intentie tot doden had en
in strijd met internationale regels en gebruiken heeft gehandeld. Er is geen
rechtvaardiging op grond van zelfverdediging of wetshandhaving voor te vinden. Uit
de inspectie blijkt ook geen grond voor de bewering, dat het incident door de
Taiwanese vissersboot is uitgelokt door het rammen van het schip van de
Filippijnse kustwacht. De Guang Da Xing No.28 is namelijk een boot van 15 ton,
terwijl het schip van de Filippijnse kustwacht minstens zes keer zwaarder is.


 


De aanval is
uitgevoerd door een schip van de Filippijnse overheid. De verantwoordelijkheid
voor de dood van visser Hong Shi-cheng ligt daarom bij de Filippijnse regering.
Deze zou als verantwoord lid binnen de internationale gemeenschap op een
positieve en concrete wijze moeten reageren.


 


De
Filippijnse regering heeft via presidentiele woordvoerder Edwin Lacierda
officieel excuus gemaakt en een persoonlijk gezant van de Filippijnse president
naar Taiwan gestuurd om spijt en excuses te betuigen aan het gezin van Hong
Shi-chen en aan het volk van Taiwan voor dit ongelukkig en onopzettelijk
verlies van leven.


 


 ?Wij erkennen het officieel excuus, maar zijn
sterk van mening dat het woord ?onopzettelijk? totaal onaanvaardbaar is voor de
regering van de ROC. De Filippijnse regering voert aan dat het onderzoek in
deze kwestie nog gaande is en er geen conclusies zijn getrokken uit het
voorlopig onderzoek. Er is dus geen basis voor de bewering dat het een ?onopzettelijk?
verlies van leven betreft. Tot op heden, zijn er vijf verschillende versies van
reacties van de Filippijnse regering ontvangen. De Filippijnse regering toont
onvoldoende oprechtheid en wisselt van standpunt. Een dergelijke oppervlakkige
reactie van de regering van de Filippijnen kunnen wij niet accepteren. Als
gevolg daarvan, hebben wij reeds elf sancties ingesteld. Deze sancties blijven
van kracht totdat de Filippijnse regering meer positieve, concrete en
toereikende stappen onderneemt om tegemoet te komen aan de vier eisen van de
regering van de ROC. Onze regering zal de dialoog met de Filippijnse overheid
voortzetten om te komen tot een rechtdoende en vreedzame oplossing voor dit ongelukkig
incident zodat de bilaterale betrekkingen tussen de twee landen niet wordt
geschaad. Wij rekenen Filippijnen tot onze vrienden. Er leven en werken 87.000
Filippijnen op Taiwan. Wij doen een beroep op ons volk om hen goed te
behandelen en ook zal onze regering doorgaan om voor hen een vriendelijk
klimaat te scheppen,? aldus minister Lin.