“Zodra wij aan deze grote gezamenlijke reis beginnen, beloven wij niemand achter te laten.” – (Transforming Our World: the 2030 Agenda for Sustainable Development)

New York is een van de meest populaire toeristische bestemmingen in de wereld. Net als bezoekers uit andere landen, bezoeken Taiwanezen graag als eerste de beroemde bezienswaardigheden van de stad, het Vrijheidsbeeld, Times Square en natuurlijk het ultieme zenuwcentrum voor mondiale zaken: het hoofdgebouw van de Verenigde Naties. Deze bezienswaardigheden – met name de laatst genoemde – staan symbool voor gelijkheid, diversiteit en vrijheid. Helaas krijgt de glans van deze idealen de laatste tijd een smet, doordat er recentelijk meer en meer bezoekers uit Taiwan de toegang wordt ontzegd. Zij mogen het VN terrein niet betreden, gediscrimineerd vanwege hun land van herkomst.

De VN gaat over mensen, maar de universaliteit van de mensenrechten die de VN verkondigt, strekt zich niet uit over Taiwan en zijn 23 miljoen inwoners. Deze onheuse behandeling dateert van 1971, toen onze regering haar zetel in de VN verloor en Taiwan in de afgelopen decennia op het internationale vlak te kampen kreeg met uitdagingen en isolatie. Desondanks heeft deze tegenspoed ons vooruit gedreven en hebben we nooit opgegeven vanwege onze overtuiging dat degenen die het pad van de deugd volgen nooit alleen komen te staan.

Bij mijn buitenlandse bezoeken als minister van Buitenlandse Zaken, verbaasde het mij steeds hoe de ervaring van Taiwan op het gebied van milieubescherming, volksgezondheid en geneeskunde, landbouw, onderwijs en ICT heeft bijgedragen aan de ontwikkeling en groei bij onze partners. Wij hebben ons verbonden aan de voortzetting van onze interactie en samenwerking met onze vrienden en partners alsmede van de inspanning tot wederzijds voordeel voor vrede, veiligheid en welvaart in de wereld.

Ondanks de inspanningen van Taiwan en de erkenning die deze hebben opgeleverd, ondanks de noodzaak van universaliteit, en ondanks de herhaalde belofte om niemand achter te laten, lijkt de VN er vrede mee te hebben dat de 23 miljoen mensen tellende Taiwanese bevolking wordt achtergelaten. In mei van dit jaar werd de aanwezigheid van Taiwan geweigerd bij de 70e Algemene Vergadering van de WHO, terwijl Taiwan er in de afgelopen acht opeenvolgende jaren als waarnemer heeft deelgenomen. Het weigeren van Taiwan, dat sinds 1996 meer dan US$6 miljard heeft verstrekt voor internationale medische en humanitaire hulpverlening die wereldwijd miljoenen mensen ten goede is gekomen, is niet te rijmen met het gezond verstand en vormt een blinde plek in de inspanningen van de Wereldgezondheidsorganisatie, zoals dat eerder tijdens de SARS-epidemie van 2003 tot verlies van levens heeft geleid.

Deze onrechtvaardige behandeling heeft echter niet en zal ook nooit Taiwan ervan kunnen weerhouden om zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de eigen bevolking en van de internationale gemeenschap na te komen. Taiwan is de 18e grootste handelsnatie en 11e economie in de wereld en heeft  zijn wetten en regels in overeenstemming gebracht met de mensenrechtenconventies van de VN.  Als het gaat om de naleving van de democratische waarden,  heeft Taiwan er net als andere landen hard aan gewerkt – en misschien harder dan vele –  om gelijkheid te bevorderen. Zo koos de Taiwanese bevolking haar  eerste vrouwelijke president in 2016 en bestaat het parlement voor 38 procent uit vrouwen. Daarnaast heeft Taiwan  een levendige samenleving met NGO’s die zich actief laten zien in  de wereld. Bij rampen, zijn reddingswerkers van niet-gouvernementele organisaties van Taiwan zichtbaar ter plekke om met toewijding en professionaliteit hulp te verlenen.

Taiwan werkt momenteel aan zijn eerste Voluntary National Review, waarin veel van zijn concrete prestaties met betrekking tot de VN-Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) worden vermeld. Wat de volksgezondheid en de geneeskunde betreft, heeft Taiwan in de afgelopen jaren samen met een aantal andere landen gewerkt aan de bestrijding van ziekten als MERS, Ebola en Zika. Ook zet Taiwan zich in voor een groene economie en groene energie met als doel, het aandeel van hernieuwbare energie die voor de elektriciteitsvoorziening van het land wordt gegenereerd te verhogen tot 20 procent, vijf keer het huidige niveau-tegen 2025, terwijl ook wordt gestreefd naar een vermindering van de CO2-uitstoot  in 2050 tot minstens 50 procent lager dan het niveau van 2005.

Houders van ROC-paspoorten genieten visumvrij reizen of andere vormen van reisgemak naar 165 landen en gebieden, wat veelzeggend is voor het respect dat de toeristen, zakenlieden en academici uit Taiwan wereldwijd genieten. Toch mogen zij zelfs niet één stap zetten in het hoofdkwartier van de VN.

Al jaren worden vertegenwoordigers van NGO’s op Taiwan die betrokken zijn bij inheemse-, arbeids-,  milieu- en vrouwenrechten uitgesloten van het bijwonen van vergaderingen en conferenties in het hoofdkantoor van de VN in New York en het Palais des Nations in Genève, alleen maar omdat ze van Taiwan afkomstig zijn. Op dezelfde manier mogen Taiwanese journalisten niet persoonlijk de VN-bijeenkomsten verslaan, tot verontwaardiging van de internationale persgemeenschap.

Deze discriminerende maatregelen die door de VN-bureaucraten zijn opgelegd en die specifiek gericht zijn tegen personen uit Taiwan, worden op  onjuist gronden gerechtvaardigd door te verwijzen en misbruik te maken van resolutie 2758 (XXVI) van de Algemene Vergadering van 1971. Het is belangrijk om in herinnering te brengen dat, terwijl hierdoor de Volksrepubliek China een zetel in de VN verkreeg, deze resolutie de kwestie van de vertegenwoordiging van Taiwan en zijn bevolking binnen de organisatie onaangeroerd laat; noch minder gaf deze de PRC het recht om het volk van Taiwan te vertegenwoordigen.

Het is van belang om hier te wijzen op de politieke realiteit, dat de VRC nu niet, en nog nooit in het verleden, jurisdictie over Taiwan heeft gehad. Uit bovenvermeld verbod voor Taiwanezen bij het VN-hoofdkwartier blijkt dat de VRC veel meer invloed heeft op de VN dan op Taiwan.

In de preambule van het VN-Handvest wordt stellig de missie van de organisatie onderstreept om het geloof in de fundamentele mensenrechten, in de waardigheid en waarde van de mens, in de gelijke rechten voor mannen en vrouwen en voor grote en kleine naties, te bevestigen. Regering en volk van Taiwan zijn ervan overtuigd dat hun betrokkenheid, met name wanneer de VN oproept tot  universele implementatie van de SDG’s, een ieder ten goede zal komen. De afwezigheid van Taiwan zal daarentegen alleen maar verlammend zijn voor de effectiviteit van deze wereldwijde inspanning.

Taiwan kan veel bijdragen aan de opbouw van een duurzame toekomst in de wereld. Het Taiwanese volk heeft de steun van de internationale gemeenschap nodig om de eigen ambities en het recht op een eerlijke behandeling door de VN te kunnen waarmaken. Stop op zijn minst om ons aan de deur te weigeren.

Dr. David Tawei Lee

Minister van Buitenlandse Zaken

Republiek China (Taiwan)